We leven in drukke tijden. Om die reden is een zekere rust in huis geen overbodige luxe. Maar hoe creëer je die? Niemand beter dan Pieter Peulen om die vraag te beantwoorden. Pieter is designinfluencer en woont in een huis dat pure verstilling ademt.
Aardse tinten
Een cocon van verstilling met een blinde voorgevel aan de straatkant en slaapvertrekken ondergronds: dat is wat Pieter vier jaar geleden voor zichzelf bouwde. De hele woning is vervaardigd uit sober beton. De grote ramen, die rijkelijk het zonlicht binnenlaten, zijn van hout. Om de rust te behouden, trok Pieter dat aardse kleurenpalet door in zijn meubilair. “Voor mijn meubilair koos ik voor kleurtonen die tussen het grijs van het beton en het bruin van de ramen zitten”, legt hij uit. “Die vond ik in materialen zoals hout, riet en leer. Het is verstandig om op voorhand je palet samen te stellen, maar toegegeven: zo berekend was ikzelf ook niet. Het was een proces dat vier jaar duurde en eigenlijk nog steeds voortduurt. Een woning groeit organisch.”
Pure materialen
Het meest aanwezige materiaal in huis is beton. “Ik was op mijn zestiende, tijdens mijn studie architectuur in het middelbaar kunstonderwijs, al enorm aangetrokken tot beton en de minimalistische stijl van Tadao Ando”, vertelt hij. Ando is de Japanse architect van wereldfaam die bekendstaat om zijn zeer zware maar uiterst sobere betonnen architectuur. “Beton straalt een grote sereniteit uit en net zoals andere natuurlijke materialen is het erg tactiel. Bij design draait het niet enkel om het zicht, maar ook om de tastzin.” Zijn tip: kies voor sobere, natuurlijke materialen die je wil aanraken.
Clair-obscur
Een niet te onderschatten kenmerk van de woning is de lichtinval. Voor Pieter is goed licht geen kwestie van gewoonweg zo veel mogelijk licht. Schaduw is namelijk even belangrijk. “Sommige muren staan op bepaalde momenten van de dag in volle zon, andere weer niet. In mijn foto’s speel ik met het contrast tussen licht en schaduw.” Een manier om schaduw te creëren is het gebruik van kleine lampen die niet centraal staan. Een groot lichtpunt in het midden van het plafond is werkelijk een sfeer-killer. “Ik verzamel kleine vloer- en tafellampen die ik overal plaats. Dat schept een mooi schemerlicht. Als mijn man kookt, dan steekt hij weleens het grote licht aan, en dan durft er weleens een discussie te volgen.” (lacht) “Met zo’n verlichting krijg je het gevoel in een aquarium te wonen.”
Laat de muren los
Meubels schikken is een kunst op zich. “Ik bekijk mijn woning als een museum waarin kunstwerken worden geplaatst die alle aandacht mogen trekken”, aldus Pieter. “De vloer en de muren zijn grijs en dus eerder neutraal van kleur. Dat laat me toe om te spelen met de meubels.”
Wat hij nooit doet, is iets aan de muur hangen. Geen schilderij, noch een rek. “Zo krijg ik vaak de opmerking dat er niets aan mijn muur hangt en dat er geen foto’s te bespeuren vallen in huis. Ik heb miljoenen foto’s op mijn telefoon. Ik heb daar geen behoefte aan in huis.”
Ademruimte
Opvallend in de woning van Pieter is dat ieder meubel voldoende ruimte heeft om te shinen. “Ruimte vind ik bijzonder belangrijk. Zo hebben mijn man en ik er bewust voor gekozen om een ruim huis te bouwen in een betaalbare gemeente, in plaats van een appartement te kopen in de duurdere stad. Alles wat in huis staat, moet kunnen ademen. Openheid is belangrijk. Als je dezelfde prachtige meubels op elkaar zou proppen, dan hebben zij bijlange niet hetzelfde effect. Die ruimte tussen alles zorgt ook voor een ontprikkeling.”
Spelen mag
Wie Pieter volgt op sociale media weet dat in zijn woning de meubels vaak van plaats veranderen. “Nu, wat je online ziet, is ietwat een uitvergroting van de realiteit. Ik verplaats veel om foto’s te maken. Los daarvan reizen mijn meubels en objecten door het huis. Mijn tip: verplaats de dingen en verzin nieuwe hoekjes of mooie plekjes. Dat houdt de woning fris en spannend.” Om de bewegingsvrijheid te garanderen, koopt Pieter bij voorkeur kleinere of modulaire meubels en objecten. “Een meubel is voor mij geslaagd als het op verschillende plaatsen werkt. De zetel van Bea Mombaers voor Serax is een goed voorbeeld. Die kan je opdelen in verschillende, makkelijk te verplaatsen zitmeubels. Sommige stukken staan in de woonkamer, andere buiten. Hetzelfde geldt voor het betonnen tafeltje van Marie Michielssen. Dat heeft al overal in huis gestaan: naast mijn bed als nachtkastje, als bijzettafeltje, noem maar op. En hoe groter het meubel, hoe belangrijker dat het een sobere vorm heeft.”
