Onze kaarsen zijn ontworpen om een warme en uitnodigende sfeer te creëren. Om er zo lang mogelijk van te genieten, raden we aan om een paar eenvoudige richtlijnen te volgen.

Knip de lont altijd tot ongeveer 5 mm af vóór het aansteken. Dit helpt zwarte rook te voorkomen en zorgt voor een gelijkmatige en stabiele vlam. Laat bij het eerste gebruik de was volledig smelten tot aan de rand van het glas of de houder. Als de kaars te vroeg wordt gedoofd, kan er een tunnel rond de lont ontstaan. Dit beïnvloedt het brandgedrag en verkort de levensduur van de kaars.

Laat de kaars niet helemaal opbranden. We raden aan om de vlam te doven wanneer er nog ongeveer 1 cm was overblijft.

Laat een brandende kaars nooit zonder toezicht achter.